zuidelijke provinciën. Deze bedekking komt later voor
in leipannen of daktegels van kleiner afmeting, derge
lijke als nu weder nieuw in den handel zijn en welke
„Engelsche leipannen" heeten naar het voorbeeld van
de aloude bedekkingswijze welke in Engeland tot op
dezen tijd in gebruik is gebleven. Daar behooren dan
voor de hoekkepers, de nokken en de killen kromme,
passende pannen bij. Bij elke dakhelling past een ander
model hoek- of kilkeperpan, doch er is maar één soort,
wat medebrengt, dat er eenheid van dakhelling moet
zijn, zooals elk land, elk gewest dat altijd gehad heeft,
in tegenstelling met dezen tijd, die alle dakhellingen
toepast, zoodat reeds van hoogerhand ook op dit on
derdeel van de bouwkunst regelend moest worden op
getreden. Fig. ii.
Hoewel schaarsch, heeft het dak met daktegels of lei
pannen van gebakken klei zich gehandhaafd tot in de
18e eeuw in verschillende modellen. Te Utrecht, aan
de Oudegracht 20, hoek Lange Lauwerstraat is een
zeer oud dak van daktegels van de straat zichtbaar.
Dit zijn onverglaasde rechthoekige leipannen. Afb. 9.
Te Winterswijk is, aan de Doopsgezinde kerk, aan de
zijde, welke van het weer is afgekeerd, de noordzijde,
een dakvlak bewaard gebleven van roode leipannen in
bijzonder model. Dit is een bouwwerk van 1711,
Fig. 10.
Te Krommenie was tot voor enkele jaren een oud
houten Zaansch huis met versieringen in Lod. XV-vor-
men, wat eenigermate den bouwtijd aangaf. Een van
de dakvlakken, van het weer afgekeerd, was nog ge
dekt met leipannen, zwart verglaasd, in afgeronden
vorm, met keurig verzorgde waterhollen. Deze pan
netjes hebben twee nokken en waren op latten gelegd.
Ze zijn, met de overblijfselen van den gevel, terecht
gekomen in het Openluchtmuseum te Arnhem.
Het dak van gebakken klei is monumentaal, mits toe-
36