gezicht en aan weersinvloeden blootgesteld, in tegen stelling tot een gespijkerd leiendak, waar de leinagels onder de leien zitten en dus een langeren levensduur kunnen hebben. In het algemeen zijn leihaken uit aesthetisch oogpunt niet aan te bevelen, aangezien zij, hoe klein zij ook zijn, de schoonheid van het dakvlak niet ten goede komen. Niet goed bevestigde leien believen te klepperen. Wie veel in oude gebouwen vertoefd heeft, kent dit geluid. Wat men daarmede beleven kan wordt geïllustreerd door het verhaal van den kerkeraad van Edam, die een groote reis maakte om een predikant te hooren preeken, maar die onverrichterzake terugkeerde om dat het dien Zondag hard waaide en de kerkdienst niet kon plaats hebben wegens het klepperen van het leien dak. Dat gebeurde in Brouwershaven. Bij torenspitsen, waar de leien bijna verticaal komen, wordt wel eens dubbel bevestigd, in leihaken en tevens gespijkerd. Bij herhaling treft men op kerkdaken vrij nieuwe be dekking aan in Maasdak van dunne Fransche of Bel gische leien, bevestigd met ijzeren leihaken of te dunne koperen leihaken welke uitbuigen. Dan waaien bij storm hier en daar leien uit en is telkenjare herstelling noodig, tot tenslotte de bedekking eraf moet om ver vangen te worden door een echte leibedekking (in Noord-Nederland Rijndak, in 't Zuiden Maasdak) van dikke leien, bevestigd met goede koperen leinagels, of wel, door onvakkundige levering is het leiendak zoo danig in ongenade gevallen dat er dakpannen op komen, zooals bij eenige Noord-Hollandsche dorps kerken. 112

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 110