De duurzaamheid van leisteen is afhankelijk van de hoeveelheid vrij of met leem verbonden kiezelzuur, in de lei aanwezig, en van de fijnheid van korrel. Het kiezelzuur maakt de lei 'hard en bestand tegen weers invloeden. Indien het kiezelzuur meer op den achter grond treedt en door kalk vervangen is, is de lei zacht en verweert zij spoedig, waarbij ook de leinagels of lei- haken aangetast worden. Zoo zijn er meer of minder nadeelige stoffen in den leisteen Koolzure kalk, welke den meest schadelijken invloed op de lei uitoefent, Plantaardige stoffen (koolhoudende en bitumineuze) die, in eenigszins belangrijk gehalte, de leien spoedig doen verbleken en verweren, Hoog ijzergehalte in verschillende stadia van oxydatie, door de geheele lei heen (kenbaar aan sprekende kleuren, in het bijzonder rood, violet en dikwijls ook groen), doet de leien verkleuren, Pyriet in geringe hoeveelheid doet niets aan de kwali teit der lei af. In grootere hoeveelheden in de leien aanwezig, als b.v. bij sommige Angers-leien, zijn de pyrietplekken in de leien binnen enkele jaren ver weerd en tot gaten geworden, Fijn verdeeld zwavel of koperkiezel in eenigszins groote hoeveelheden in de lei aanwezig, maakt deze onbruik baar voor dakbedekking, daar spoedig oxydatie in treedt en de lei spoedig verteert. Door deze genoemde stoffen kan op een leiendak zuur dakwater ontstaan bij regenval, dat ook weer In meer of mindere mate de koperen leihaken, de goten, killen enz. aantast en sneller doet verteren dan nor maal. Ook bij pannendekkingen komt dit voor. Volgens verstrekte gegevens komt men, globaal ge nomen, tot de volgende verhoudingen van de meest 105

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 103