70
biljet of dagvaarding ter verduidelijking nog een tweede
naam bij, welke ter plaatse beter bekend is dan de stad-
huisnaam, vooral wanneer 't betreft de burgers van de
Gemeente Edam, onder Volendam wonende.
Men zou denken dat in 1856 Marken en Edam ieder een
schoolmeester of onderwijzer hadden, maar dat was niet
zoo, zij hadden een instituteur. Dat zou Henri Havard ge
waar worden, zooals hierna zal blijken.
F. Allan vertelt ons eerst dat zijn boekje een omwerking
is van Kruythof's Geschiedverhaal der Stad Edam. Dan
draagt hij zijn pennevrucht op aan den Edel Achtbaren
Raad der Stad Edam. Daarna volgt de Naamlijst der in-
teekenaren, waarop eerst staat Z.M. de Koning, waaronder
veel namen die herinnering wekken, waarbij ook J. P. Kat
Instituteur te Edam. Dan verhaalt hij veel wat belangrijk
en ook veel wat onbelangrijk is. Zoo dat er is een stad
Edam, een kanton Edam dat N. Herv. kerkelijke Ringen
omvat, een Ring Edam, die zeven kerkelijke gemeenten
omvat en ook nog een Gemeente Edam.
Verder weet hij mede te deelen dat de Geographische
ligging van Edam is 52° 30' 46" N.Br. en 22° 42' 42"
O.L. zoodat de plaats op den aardbodem vast ligt en zoo-
gewenscht altijd teruggevonden kan worden.
Van de versterkte wallen vertelt Allan dat de muren ruim
een manslengte hoog waren en anderhalve steen dik; dat
was niet forsch. Na een lofzang op het fraaie geboomte
deelt hij mede dat Edam vroeger zeven poorten had, doch
dat deze waren gesloopt omdat ze „nutteloos voor het ge
bruik en te kostbaar voor een behoorlijk onderhoud" wa
ren. We vangen daarbij nog op dat het uurwerk uit hel
torentje van de Keetpoort (de Zoutkeetspoort) in 1856
verhuisde naar de Ned. Herv. Kerk te IJzendoorn 34Dan
komt het roerende verhaal van het Zeewijf dat in de Pur-
mer gevangen werd, in 1403, waarmede Professor Box-
horn in 1634 ook al doende was geweest. Dan vertelt hij
van de ronde kaas dat de Engelschen die Dutchmans-head
noemen, wat niet gentlemanlike is. Van die ronde kazen
werden er te Edam iedere Zaterdag zooveel verhandeld,