Kerk, Oost-West gelegen. Dit moet de Kleine Kerk, de
Mariakerk, de Onze Lieve Vrouwekerk zijn.
Op 't midden van den gevelsteen is nog een toren, sierlijk
van vorm maar men ziet er geen kerkdak bij. Dat moet
het oude stadhuis zijn aan den Voorhaven op de plek waar
later de Luthersche kerk kwam.
Meer naar rechts is een korte, breede toren. Dat moet zijn
de meest noordelijke van de twee poorten van de stad aan
den toegang tot de haven, de Oosterpoort. Geheel rechts
is vaag afgebeeld nog iets, dat de Zoutkeetspoort zal zijn.
Deze gevelsteen is van onschatbare waarde voor de topo-
graphische studie van de stad. Zij verdient schoongemaakt
en in de oorspronkelijke kleuren gerestaureerd te worden,
maar met nog eens de nadrukkelijke waarschuwing: door
ervaren hand en zonder chemicaliën.
2. De prentverzameling in Edamü s museum
Oude teekeningen van onze steden zijn van groote waarde
voor de topographische studie en voor aanvulling van de
gegevens bij de restauratie van bouwwerken. De cathogra-
fiekenner Dr. F. C. Wieder2) vermeldt een verzameling
van 154 penteekeningen van Cornelis Pronk van Noord
Hollandsche steden van om 't jaar 1730 en schrijft erbij:
in den langen, tijd van ruste, toen alles onveranderlijk
scheen. Deze collectie viel door veiling uiteen en kwam ten
deele terecht in openbare verzamelingen en ten deele bij
particulieren. Van Edam en Monnickendam werd een groep
van 23 teekeningen verworven door den notaris C. P. Don
ker te Hoorn. Deze werden het laatst gesignaleerd ter vei
ling van R. W. P. de Vries te Amsterdam, 12 III 1919,
waar ze verkocht werden voor 900.—. In het museum te
Edam is thans een'plakboek met inktteekeningen, in bruik
leen van Semeyns de Vries te Enkhuizen. Vermoedelijk
zijn dit een deel van dezelfde teekeningen. Het zijn:
een gezicht van de haven uit zee, 1674;
een gezicht op Edam van de landzijde, 1743;
63