58
Roodenpoortstoren op de Torensluis, de breede brug over
't Singel, terwijl het schoone open havenfront door de
Oosterdoks- en Westerdoksdijken werd bedorven. Dat is
geweest de tijd van geestelijke inzinking na vreemde over-
heersching en armoede. Een waarschuwing voor dezen tijd!
De kaas van Edam vergeet Van der Aa niet en vertelt dat
ze rond is, een roode kleur heeft en Dutchmanshead ge
noemd wordt.
Dan gaat hij de stad rond en vertelt daar vrij veel van.
Van het stadhuis wordt gemeld dat dit in de jaren 1737-39
gebouwd werd door Jacob Jongh, Mr. Huystimmerman.
Verder dat daarin was een „fraaije Raadzaal met geschil
derd behangsel, voorstellende Salomo's zalving en eerste
regt."
Van het Prinsenhof vertelt hij dat daar 't schilderij was
van Pieter Dircksz. Langebaard en dat in dit bouwwerk
om de zes jaren de Ned. Herv. Synode bijeen kwam en
ook daar de vergaderingen van de Classis van Edam ge
houden werden.
Hij vermeldt de Beurs aan de Markt, tegenover het Stad
huis en in 1738 gebouwd, de Vischmarckt, vroeger achter
het Stadhuis en later bij 't Boerenverdriet en ook de niet
roestende leuninghekken op de Damsluis.
Bij dat Boerenverdriet moeten we even stilstaan, want in
de oudste vestingmuur van Amsterdam was ook een boe
renverdriet, een nauwe uitgang te water van het Spui naar
de Singelgracht. Ook hier een verband tusschen beide
steden, door de taal bewaard gebleven.
Dan doet Van der Aa nog een mededeeling welke belang
wekkend is: Vroeger wees men aldaar (in Edam) nog,
in een partikulier huis, eene bedstede aan, welke eens tot
slaapplaats van Maurits, Prins van Oranje, zoude gediend
hebbendit huis is afgebroken, zoodat daarvan niets meer
bekend is.
Hoe jammer dat dit huis verdwenen is, want er zijn te
Edam nog eenige sporen van Prins Maurits, waarvan de
oorsprong nog niet duidelijk is, de beelden welke op 't
Prinsenhof gestaan hebben en die spoorloos verdwenen