45
de veste. Edam heeft dus geen plan voor uitbreiding noo-
dig maar kan volstaan met een rooilijnenplan van de be
bouwde kom. In vier eeuwen is de stad nog niet volge
bouwd, zoodat zij niet buiten haar wallen behoeft te tre
den. Omdat de kadastrale kaart zich niet leent voor sterke
verkleining is daarvan een vereenvoudigde copie gemaakt
welke hier is afgebeeld op dezelfde schaal als de oude
stadsplattegronden, ongeveer 1 7500, achter in het boek.
6. De kaarten van het stadhuis
Na afscheid genomen te hebben van de stedeboeken, nog
eens een onderzoek ingesteld naar oude kaarten te Edam.
In het Museum zijn een aantal plattegronden in kopergra
vure, echter geen andere dan de genoemde of herdrukken
daarvan, bladen uit stedeboeken.
In het stadhuis zijn drie oude kaarten welke, bruingerookt,
bewijzen jaar en dag te hebben genoten van 't open haard
vuur en de tabakspijp- Twee ervan zijn gekleurde afdruk
ken eener kopergravureCaart vertoonende de Stadt Edam
met alle de Lande aan de Zuidzijde.door J. W. Boon-
acker. In een cartouche leest men het jaartal 1630.
Het derde blad is een teekening, ongetwijfeld een uniek
stuk. Daarop wordt de stad afgebeeld met de omgeving,
met de pen geteekend en gekleurd. Als tekst is erop aan
gegeven: 1587, Taams Tymensz landmeter, benevens: Ja-
cob Janssen wonende tot Edam Anno 1599 den 18 Novem
ber; deze Janssen zal de teekenaar zijn die gewerkt heeft
naar de opmetingen van den landmeter.
Bezien we eerst de laatstgenoemde kaart, die blijkens de
dateering, moet liggen tusschen die van Jacob van Deven
ter en die uit Boxharn's boek. Buiten de stad zijn alle wei
den volgeteekend met huisjes en boomen, een eigenaardige
fantasie. Dit is ook het geval met de Purmer welke boven
dien met een ringvaart, dus van na de drooglegging is
aangegeven, echter zonder wegen of boerderijen. De letter
typen en de teekenwijze is 18e eeuwsch. De hoofdvorm van
de stad is geteekend zooals Van Deventer aangaf, zooals