43
dam met de Haven, Vuurbaak en Kerk. Westelijk daarvan
is nog een menschelijke nederzetting Katham genaamd.
Het landschap tusschen Volendam en Edam is de Zuid
polder, verdeeld in den Broek, Blok Weeren en Lange
weeren. Bij Edam is blijkbaar getrokken een deel van de
droogmakerij van de Beemster, afgeknipt op eenige der
rechte wegen, zooals de diepe Noord Hollandsche klei-
polders plegen te hebben. De Oosterweg is blijkbaar de
woonplek, waar een serie boerderijen zijn met toepasselijke
namen; Uiten thuis, Nooit gedacht, de Eendragt, Honig-
lust, Leeuwenburgt, Swaanburgt. Benoorden de stad is een
gansch ander landschap, weder een stuk oud land, waarbij
de kronkelige begrenzing van het water de Die van ge
schiedenis spreekt evenals de plassen achter den zeedijk
als herinneringen aan dijkdoorbraken, de Groote Braak
en de Kleine Braak geheeten. Op de kaart zijn wit-zwart
geblokt aangegeven de Straat- en Kunstwegen in tegen
stelling met de Gewone wegen die wel niet prettig begaan
baar geweest zullen zijn. Niettemin blijkt hieruit dat de
weg niet meer alleen te water was maar ook te land.
Ter toelichting staat onderaan 't kaartje het oppervlak van
de gemeente en het aantal inwoners: 2242 Bunders. 5000
inwoners. Zoo maar recht door 't landschap loopt naar de
Noord een lijnrechte streep met erbijnaar Hoorn en naar
de Zuid ook zulk een rechte streep met naar Monnicken-
dam. Zooals I. Tirions' kaartje reeds aangaf, zijn de
bochtige kaden van 't oude land niet meer de weg, maar
zijn dwars door 't land lijnrechte trekvaarten gemaakt met
'n jaagpad voor de jagers der trekschuiten en een weg
voor de diligence. Toen later de tram uit Amsterdam kwam
mocht deze niet op den weg maar moest naar den over
kant van de trekvaart waar geen weg was.
De kaartjes van Suringar's Gemeenteatlas zijn geteekend
door J. Kuyper „naar officieele bronnen bewerkt", onge
twijfeld naar kadastrale kaarten, in de jaren 1865-1868.
Het kaartje van Edam draagt het jaartal 1866.