37 Edam, maar bij bezien blijkt dat deze gemaakt is naar die van 't boek van Boxhorn. Daar hebben we niets aan. Al leen kunnen we eruit leeren dat plattegronden van steden navolgingen kunnen zijn van vroegere. Tenslotte bladeren we nog eens in het groote plaatwerk van Braun en Hogenberg, dat in vervolgdeelen verscheen tusschen 1575 en 1625. De vele stadsplattegronden welke daarin voorkomen, zijn steeds te herkennen aan de figuren in zestiend'eeuwsche kleedij op den voorgrond. In dit groote boekwerk komt echter geen plattegrond van Edam voor. Buiten Balthasar Florisz. van Berckenrode's plattegrond van Edam in Professor Boxhorn's boek Tonneel van Hol- landt, bieden de zeventiend'eeuwsche stedenboeken der halve geen nieuws- 3. Jan Wagenaars Tegenwoordige Staat De „Tegenwoordige staat" zooals men een 21-deelig boek werk pleegt te noemen20) en dat door verschillende schrij vers, doch voornamelijk door Jan Wagenaar, rond 't jaar 1750 werd samengesteld, verrast ons met een nieuwe uit voerige kaart van Edam, blijkens de daarop aangegeven bijschriften van 1743 en „Grondtekening der Stad Edam verbetert door A. v. d. Gronden." We zien 't eerst naar de Groote kerk en merken op dat daar de Latijnsche school op aangegeven is en dat de vesting aan dien N.O.-hoek, welke Boxhorn's teekenaar rechthoekig maakte, weder net zoo afgeschuind is als Jacob van Deventer tweehonderd jaar vroeger afbeeldde. Ook de Oostkant van de stad is net zoo bochtig geteekend als bij Van Deventer en niet recht als bij Boxhorn. Blijkbaar heeft Jacob van Deventer beter gekeken dan Van Berckenrode. Hiermede staat te vens vast dat de plattegrond van v. d. Gronden zelfstandig is of „verbetert" zoo hij vermeldt naar een andere zelf standige kaart. We gaan maar weer om de vesting wandelen- De aloude halfronde muurtorens zijn niet aangegeven, wel de vier

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 35