zijn twee poorten die den indruk geven ronde torens te zijn. Buiten de stad zijn slechts huisjes aangegeven, huisjes en wegen, te water en te land. Zoo kunnen we veel zien en leeren uit de nalatenschap van Jacob van Deventer, de man die door den grooten Italiaanschen stedebeschrijver Guiccardini reeds in 1567 genoemd wordt een „grandissimo geografo". 2Tonneel van Hollandt van Professor Boxhorn. In het jaar 1632 verscheen in 't Latijn een boek van den toen 20-jarigen hoogleeraar van de Leidsche universiteit Marcus Zuerus Boxhorn, in 1634 gevolgd door een Neder- landsche vertaling15). Dit TONNEEL VAN HOLLANDT is een land- en stadsbeschrijving met kaarten en stads plattegronden. Het zijn zoowel de mededeelingen als de afbeeldingen in dit boek van den jeugdigen „Professor der Welsprekentheydt in de Hooghe School tot Leyden" die ons belang inboezemen, vooral doordat daarin behalve een kaart van Holland, een plattegrond van Edam met een pagina tekst voorkomen. De kaart van Holland biedt niet veel nieuws en is te klein om ons van Edam gegevens te verstrekken. De plattegrond van de stad echter is een kostelijk stuk, een uiterst nauwkeurige kopergravure, zoo fijn gegraveerd dat men zou denken met een fotografische verkleining te doen te hebben. Ongetwijfeld is deze gravure gemaakt naar een grootere teekeaing en heeft de graveur met een oogglas gewerkt, zooals de horlogemaker nu nog wel gebruikt. Voor de bestudeering is een ferm leesglas noodig. Eerst komt de vraag wie de oorspronke lijke teekening gemaakt zou hebben. Dit is vermoedelijk de reeds genoemde Balthasar Florisz. van Berckenrode ge weest, te oordeelen naar de werkwijze. Bezien we nu den stadsplattegrond. Het geheele vesting stelsel is er duidelijk op aangegeven- We beginnen maar weer naar goed gebruik - aan den N.W. hoek en dan met de zon mede. Op dien N.W. hoek zien we geen poort, 31

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 29