vertrek dat nu voor vergaderingen gebruikt wordt. Een
fraaie bolpoottafel en ander goed meubilair maken dit
vertrek tot een prachtig interieur. Aan den wand ter af
sluiting van een nis is een eiken deur met tallooze spijker
koppen, de vernagelde deur van de weezenkastjes. Rechts
is een vertrek met withouten schuine tafels, waar oud
tijds de boeken aan de ketting lagen om ze daar te kun
nen lezen. In deze ruimten en de zolder erboven werden
bij de restauratie tallooze onderdeden aangetroffen, ko
peren lezenaars, uiteengenomen koperen kronen, rouwkas-
sen, psalm- en gezangenboeken en nog veel meer. Al deze
voorwerpen werden hersteld en weder in de kerk aange
bracht. Een schilderij, beneden in de kerkeraadskamer,
niet schoon maar van 'n eeuw oud, gaf daartoe leiding.
In een kast werd een hoeveelheid boeken aangetroffen,
welke blijkbaar uit den brand gered waren, want er wa
ren zeer oude boeken bij. Deze boekerij ging naar de
Koninklijke Bibliotheek te 's Gravenhage, waarvoor in
ruil een catalogus 41kwam en een aantal minder belang
rijke exemplaren dat nu de kast vult.
Wandelen we nu nog eens om het kerkgebouw. De aan
bouw aan de Zuidzijde, de Latijnsche school met het
traptorentje, is een charmant bouwwerk. De gevel daar
van is twee keer gerestaureerd, eerst omtrent 1890, in
namaak-gothiek, waarvan de onderdeden door toepassing
van verkeerde mortel en van ijzer uit elkaar lagen en nog
eens bij de algeheele restauratie naar de vormen en de
samenstelling van na den brand van 1602, omdat van
daarvoor niets bekend was. Een jeugdteekening van A. W.
Weissman en oude foto's gaven hierbij leiding. Ten af
scheid voelen we aan de zonderlinge groeven in de blok
ken natuursteen van de Latijnsche school; 't zijn herinne
ringen aan 't griffelslijpen van de jeugd uit langvervlogen
tijden, sprekende steenen.
Verder hebben de kerk en de toren rondom niet dan een
sober aanzien met weinig aandacht vragende onderdeden,
behalve het Noorderportaal, dat daar in vredige schoon
heid ligt, verstoken van zon en schaduw, sluimerend in de
103