der eerste gebeeldhouwde kopjes hebben. „Modern"
aan dezen gevel zijn de door cartouches omlijste,
ovale openingen, de z.g. lichten, te weerszijden van
het zolderluik, ook wel oeils de boeuf genoemd of
„koe oogen". Fraai zijn ook hier de ankers en geestig
het fries boven de pui, dat in het midden een gevel
steen draagt voorstellend een melkmeisje, terwijl
twee jaarsteenen verkondigen, dat dit pand dateert
van 1663. Een nog jongeren trapgevel bezit het huis
Verdronkenoord 101, hoek Kapelsteeg, dat het jaartal
1693 draagt. De gevelsteen verbeeldt een koeienkop,
met onderschrift ,,'t Witte Ossenhooft".
Trapgevels met klaiiwstuklcen.
De uit de Gothiek voortgekomen trapgevel, dien we
zoo veelvuldig zagen toegepast tot ver in de 17de
eeuw, vertoont al vroeg een variant, waarin zich in
de 16de eeuw van het Zuiden toestroomende renais-
sance-invloeden duidelijk uitspreken. In plaats van
vele trappen heeft deze variant er maar twee of
drie, die aansluiten bij de door pilasters en friezen
aangeduide geledingen van deze gevels. De ver-
groote trappen worden gevuld met S-vormige, ge
beeldhouwde stukken natuursteen, de z.g. klauw-
stukken of vleugels.
Een vroeg voorbeeld van zoo'n gevel bezit Alk
maar in het aan de Mient, nr. 25, recht tegenover
de Langestraat gelegen huis „De Kroon". De bak-
steenen gevel is rijk versierd. Het in vlechtwerk uit
gevoerde fries boven de pui draagt in het midden
een gevelsteen met keizerskroon, geflankeerd door
twee andere met de wapens van Alkmaar en Hoorn,
terwijl ter afsluiting aan weerskanten gebeeldhouwde
saterkoppen naar voren steken. Deze gesteund
door fraaie consoles dienen op hun beurt tot
basement voor de pilasters van geprofileerde baksteen
75