meendt, als hij zig hier ter steede zoude vinden."
„Zoo men meendt" zegt de Alkmaarsche kroniek
schrijver heel voorzichtig, want zeker weten we hier
omtrent niets. In het begin der 17de eeuw woonde
er de Drost van het Noorderkwartier Adam Dircksz.
Hinderduyn, waaraan nog een aan het gebouw op
den hoek ingemetselden gevelsteen herinnert. Immers
deze toont het wapen van den Drost: een Jerusalems-
kruis, helm met wrong en dekkleeden; helmteeken:
twee uitkomende palmtakken waartusschen drie
konijnen. Een andere gevelsteen daar draagt een
opschrift, dat tot veel commentaren aanleiding heeft
gegeven, zonder dat een bevredigende verklaring ge
vonden is.
Nog een merkwaardig pand, waarvan de geschiedenis
teruggaat tot in de 16de eeuw, is het z.g. „Huis met
den kogel". Het staat aan de Appelsteeg, maar keert
zijn belangwekkendsten gevel naar den waterkant.
Deze is een houten puntgevel, waarvan de verdiepin
gen naar middeleeuwschen trant oversteken;
nog zoo'n houten gevel toont even verder aan den
Zijdam de achterkant van het huis Fnidsen 88. Het
Huis met den Kogel dankt zijn naam aan het ronde,
ijzeren projectiel, dat tegen den houten buitenwand
van de tweede verdieping is bevestigd, met eronder
het jaartal 1573: herinnering aan de bange dagen
van het beleg, toen de kogel, afkomstig uit Spaansch
geschut, dit huis binnenvloog echter zonder een der
bewoners te kwetsen. Het zou het gezin zijn geweest
van den mandenmaker Jan Arendsz., bekend als een
der eerste hagepreekers der Hervorming, dat aldus
wonderbaarlijk gespaard bleef. Merkwaardig dat dit
huis tot voor eenige jaren nog door een manden
maker bewoond werd.
Vlak hierbij, aan de Kooltuin, achter het huis op den
hoek van het Luttik Oudorp, staat nog een oude,
helaas gepleisterde gevel, met den schoot aan den
68