Provenhuis van den Heer Johan van Nordingen. Ook
dit beslaat een deel van het terrein van het voor
malige Witte Hof en het behoorde tot dat deel van
het klooster, hetwelk in de jaren na het beleg aan
particulieren verkocht werd. Zoo woonde er kort
nadien een zekere Jan Nachtegael, die in zijn avon
tuurlijk bestaan o.a. secretaris was van Sonoy en
later bevriend raakte met Adolphus Venator, een
predikant welbekend uit de periode van kerkelijke
twisten omstreeks het jaar 1610. Op godsdienstig ge
bied verkondigde Nachtegael blijkbaar zonderlinge
gedachten: in Juli 1614 werd hij te Dordrecht ten
huize van een vriend, op last van Gecommitteerde
Raden, gevangen genomen en naar Den Haag ge
voerd en vervolgens door het Hof aldaar uit de Ver-
eenigde Provinciën verbannen, omdat hij in een
particulier gesprek n.b. Mozes, Jezus en Mohammed
in een adem de drie hoofdbedriegers genoemd had! O
In 1642 behoorde zijn woning aan een Juffrouw
Oudesteyn, weduwe van Pieter Schagen, die ze ver
huurde aan haar neef, den Dominicaner pater Dirk
Harmensz. Daar deze laatste als R.K. priester geen
vast goed mocht bezitten en toch het huis graag
koopen wilde, liet hij het bij de overdracht, op 9
Mei 1643, zetten op naam van Mr. Joan van Nor-
dingen en Pieter Cuyk van Mierop, twee voorname
Alkmaarsche heeren. Deze tersluiksche koop bracht
aan den Pater naderhand groote moeilijkheden, waar
zelfs een proces uit geboren werd, dat hij verloor.
De eigendom bleef tenslotte aan van Nordingen, die
toen hij in November 1655 overleed het pand naliet
aan zijn zoon. Deze Joan van Nordingen de Jonge
bestemde diezelfde maand nog bij testament, dat zijn
woning na zijn overlijden moest worden ingericht
tot een Provenhuis voor ten hoogste acht oude man-
53
i) Aanteekenlng C. W. Bruinvis, naar Fr Dusseldorpii An-
nales, Uitg. Fruin, blz. 449 en 514.