z.g. Schermerkast, waarin het archief van de Scher
mer bewaard werd en die nu nog een pronkstuk is
van het Stadhuis, getuigt hoe reeds vanouds dijk
graaf en heemraden van dien polder hier een vaste
vergaderplaats hadden.
Van die vroegere inwendige inrichting is thans
weinig meer over. Door ingrijpende verbouwingen,
vooral door die van 1910 onder leiding van de archi
tecten Jan Stuyt en G. Looman, is van het oude
interieur niet veel meer terug te vinden. Wel is er
naar gestreefd iets van de oude, eerbiedwaardige
sfeer in het gebouw te bewaren, door de belangrijkste
vertrekken in oude stijlen in te richten en te stof-
feeren en door hiertoe zooveel mogelijk gebruik te
maken van echte antieke fragmenten: onderdeelen
van betimmeringen, schouwen, wandbekleedingen,
plafonds e.d.
Het is en blijft echter grootendeels imitatie. Zoo
kreeg de Raadzaal een Gothisch gewaad, de Polder-
kamer een renaissance-aankleeding. De Burgemees
terskamer ademt 18de-eeuwsche sfeer, de z.g. Nierop
kamer pronkt nog met een origineel houten plafond,
beschilderd in 1634, andere vertrekken zijn moderner
of hypermodem of vertoonen een mengeling van
stijlen en stijlonderdeelen. Maar ondanks al die be
denkelijke dingen heeft het gebouw zijn karakter van
historisch monument behouden en draagt onuit-
wischbaar de kenmerken van de belangrijke bestem
ming, die het door de eeuwen heeft gehad als
zetel van zoovele gewichtige besturen, die raad-
slaagden en beslisten over het wel en wee van de
stad en haar wijde omgeving.
38