paarden, koeien en varkens, gaan blijkbaar terug op
oude offers, waarbij het schijnoffer van brood het
bloedige dieroffer had vervangen. Toen de eerste ge
loofsverkondigers in onze streken dit volksgebruik niet
konden uitroeien, gaven zij er een kerkelijke beteeke-
nis aanhet heidensche offerbrood werd het gebak
der christelijke feestdagen.
Met hoeveel zorg werd dit bereidMen bakte de
speculaas door het deeg te drukken op planken,
waarin de voorstelling in negatieven vorm was uit
gesneden. De afdrukken, de z.g.n. prenten, werden op
een plaat den oven ingeschoven. Bij uitbreiding van
beteekenis is de benaming prent ook overgedragen
op de planken waarmee men ze maakte, en die een
volkskunst bij uitnemendheid zijn geworden.
Wie waren de makers van deze prenten? Het
waren de bakkersgezellen zelf, die zich hiermee op
de lange winteravonden bezighieldenhet waren
prentsnijders die met hun waar de bakkers afreisden
en ook wel bij hen „uit snijden" gingen. Naast on
beholpen werk hebben zij vaak voortreffelijke proe
ven van houtsnijkunst geleverd. Hun namen zijn niet
tot ons gekomen. Soms treffen wij op een plank een
paar initialen aan, doch waarschijnlijk merkte de
bakker daarmee zijn bezit, want men placht elkanders
planken te leenen om wat meer verscheidenheid van
afbeeldingen te hebben.
Waarschijnlijk is deze 'houtsnijkunst in 'het begin
van de 17e eeuw opgekomen. Onze meeste prenten
dagteekenen uit de 18e, maar vertoonen nog vaak
vormen van de 17eraakte een plank versleten, dan
nam men de voorstelling op nieuw hout over. Welk
een rijkdom van onderwerpenHoe genoegelijk voor
een kind een koekafbeelding te krijgen van Sinter
klaas die over de daken rijdt (afb. 53). Hoeveel
101