dan gaan de baanvegers zich verkleeden „in het
pak", bij voorkeur als vrouw; witte lappen met gaten
voor neus, mond en oogen dienen hun tot masker
(afb. 51). Spreken doen zij uitsluitend door buffel
horens of toeters, die, evenals hun knuppels, geheel
met papieren knipsels of bloemen zijn versierd. Aldus
verschijnen om zeven uur de eerste Sinterklazen op
straat, waar dan alle vaders en moeders met hun
kinderen loopen; het feest speelt zich hoofdzakelijk
op straat af. Doch ook enkele huizen laten „goed in",
d.i. laten de Sinterklazen binnendaar brandt dan
als teeken een licht in de gang, terwijl de andere
huizen donker blijven. Hier mogen ook de meisjes,
als zij de straat vrij zien, even binnenloopen om de
mannen van alle kanten te bekijken, maar zij moeten
dan ook voor hen dansen als deze met hun stok vóór
de meisjes op den grond slaande onwilligen worden
met den knuppel gevoelig op de teenen getikt. In de
herbergen dansen de mannen samen, een kenmerk
van zeer oude feestviering.
Zeer plechtig zijn de Sinterklazen als zij elkander
ontmoeten, dan blazen zij op hun horen en drukken
elkander langdurig de hand. Steeds worden zij aan
gesproken met „oome". Het mooiste succes voor hen
is niet te worden herkend. Dan demaskeeren zij niet
en blijven tot laat in den nacht rondloopen. De na
pret duurt nog dagen achtereen.
Blijkbaar onderscheidt de huidige Sinterklaasviering
in Friesland zich in het algemeen slechts op enkele
plaatsen van de gebruikelijke, maar deze tegenwoor
dige is van jongen datum. In de 19e eeuw kenden
tal van plaatsen nog luidruchtige optochten van ge
maskerde jongelieden, uitgedost als duivels. Te Grouw,
waar men in plaats van het feest van Sint Nicolaas
dat van Sint Pieter viert, op 22 Februari, met de-
98