Duitschland heet de duivel Niklo en Nickel, in Enge
land Nick en Old Nick, in Vlaanderen werd Sint
Niklaai tot Klaai den duivele.
Van deze luidruchtige Nicolaasommegangen zijn
in Europa nog talrijke overblijfselen bewaard ge
bleven over een gebied dat zich uitstrekt van Brittan-
nië in het Noordwesten 'tot aan de Zuidoostelijke uit-
loopers van de Alpen. Friesland, dat in onze streken
het langst aan het christendom heeft weerstand ge
boden en waarschijnlijk hierdoor zooveel heidensche
gebruiken, o.a. bij begrafenissen, heeft bewaard, ver
toont van deze ommegangen nog talrijke sporen.
In de Friesche dorpen Bergum, Garijp en Oudega
komt het „Sinte Klazejeijen (jeijgenjagen) in zoo
verre met onze viering overeen, dat Sinterklaas en
Zwarte Piet er samen rondtrekken, maar verschilt
daarvan, doordat men er wel vijf en twintig van deze
paren ziet loopen, niet alleen op den avond van
5 December, maar in de geheele daaraan vooraf
gaande week. Als de schemer valt, trekken ze rond
en vragen aan de deuren of zij mogen binnenkomen.
Binnengelaten strooit „Kaije", d.i. Klaas, pepemoten
en krijgt daarvoor een kleine belooning. Hij draagt
een wit hemd of laken en een witte broek en heeft
een masker voor. Pieter is geheel in het zwart en
draagt een zwart masker, hij sleept aan zijn been een
rammelende ketting of blinkende schel en torst een
zak en een roe (afb. 50).
De sterkst afwijkende Sinterklaasvieringen treft
men aan op de Waddeneilanden, op Texel, Terschel
ling, Schiermonnikoog, en vooral op Ameland.
Op Texel viert den 5en December de gezamen
lijke dorpsjeugd „Ouwe Sunderklaas" door verkleed
en gemaskerd zingend door de dorpen te trekken. De
ouderen doen hetzelfde op 12 December en maken
96