§INT NICOLAAS tiet Sint-Nicolaasfeest is, evenals de Sint-Maar- tensviering, in tegenstelling met onze andere christe lijke feestdagen, uit kerkelijk gebruik ontstaan, al namen beide feesten ook vóórchristelijke elementen in zich op. Sint Nicolaas, zooals hij in de middeleeuwsche legende voorkomt en tot in onze dagen voortleeft, is een samenvatting van twee Lycische bisschoppen, Nicolaas van Myra, 'die waarschijnlijk in de 4e eeuw leefde, en Nicolaas van Pinora, die in 564 stierf. Beiden zijn historische personen, doch verder is er niets van hen bekenddes 'te ruimer spel lieten zij aan de verbeelding. Uit deze twee is de heiligen- gestalte gegroeid van den wonderdoener, reeds sinds het einde der 9e eeuw door de Grieksch-Katholieke kerk in alle gevaren en rampen aangeroepen. Toen Myra in de handen der Mohammedanen was gevallen, brachten Zuiditaliaansche kooplieden in 1087 het kostbare gebeente van den Heilige over naar hun stad Bari in Apulië en bouwden over zijn graf een prachtige kerk, welke het middelpunt werd van de Nicolaasvereering in de Roomsch-Katholieke kerk. Bari, als havenstad nog veel belangrijker dan Myra, maakte den wonderdoener in het bijzonder tot redder op zee, en de Noormannen, die Bari toen in hun bezit hadden, brachten zijn vereering als patroon der zee lieden over naar Noord-Europa. Zijn aanroeping deed hun vorst, Willem den Veroveraar, toen een storm hem in het Kanaal overviel, veilig uit Normandië in Engeland landen. De kustbewoners van Noord-Europa vonden in Sint Nicolaas den beschermer in zeegevaar, die hun tot dusver had ontbroken. Langs de geheele Noordzee, tot IJsland toe, en aan de Oostzee wezen de torens der 92

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1947 | | pagina 90