aan zijn hals bengelt het centenzakje (Jaap Kunst, Terschellinger Volksleven. Den Haag 1937, blz. 1618). Zelf zamelt de Heilige de giften in en de be geleidende kinderen zingen een liedje met het slot Voor een oortje, voor een duit, Zeó gaat Sinte Marten uit. Ook het slot van een ander, elders gezongen, Sint- Maartensliedje wijst op dit rondvoeren van den bis schop Met honderdduizend lichtjes aan, Daar komt Sinte Maarten aan. Kinderommegangen zijn nabootsingen van omgan gen van volwassenen. Boerengilden plachten hun ge liefden patroon Sint Maarten te paard het dorp rond te leiden uit dankbaarheid dat hij een jaar lang het vee tegen ziekte en het gewas tegen ongedierte had beschermd. De deelnemers zamelden daarbij geld en levensmiddelen in. De oudste vermelding van een kinderommegang op Sint Maarten brengt Thomas Naogeorgius (Kirchmair) in zijn Latijnsch hekeldicht Regnum papisticum, in 1553 te Bazel verschenen. Hij beschrijft daar hoe de kloosterscholieren op Sint Maarten met hun meester voor de huizen gingen zingen en met een ganzenboutje werden beloond. Zij zullen hierbij oorspronkelijk wel geestelijke liederen hebben gezongen, die gaandeweg, toen de meester niet meer meetrok, wereldlijk zijn geworden- Het is aardig hoe de verschillende Sint-Maartens- liedjes herinneringen bewaren aan vroegere gebrui ken. Het zingen van Kip, kap, kogel, Sinte Martens vogel doet veronderstellen dat in den ommegang de bonte 87

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1947 | | pagina 85