In Amsterdam zingt men
Luilak, beddezak,
Staat om negen uren op,
Negen uren, half tien,
Dan kan men den luilak zien.
Waagt deze luilak het buiten te komen, dan wordt
hij met brandnetels geslagen, wat waarschijnlijk terug
gaat op een oud vruchtbaarheidsgebruik. Hebben de
kinderen genoeg van het rondloopen, dan wordt de
korrie in het water gegooid, evenals de Deventer Pink-
sterkroon (blz. 69).
In de gezinnen pleegt degene, die het laatst is opge
staan, te tracteeren. De traditioneele luilakbollen, die
in den vroegen ochtend bij den bakker werden afge
haald en warm, met veel boter en stroop of bruine
suiker, aan het ontbijt gegeten, komen nu weinig meer
voor.
Drenthe kent luilakviering op Pinkstermaandag. De
koejongen die dan het laatst verschijnt „op den diek",
den gemeenschappelijken weg naar de verschillende
weiden, heet de „nustekook" en wordt met brand
netels geslagen.
Het luilakgebruik is ook aan andere dagen verbon
den, o.a. in Gelderland aan Hemelvaartsdag, te Gene-
muiden aan 1 Mei (de luiemotte), in Groningen aan
Goeden Vrijdag (Loppersum).