Friesland, de oude zede bleef bewaard op onze voor
naamste hoogtijdagen, Kerstmis, Paschen en Pinkste
ren, drie dagen feest te vieren. De Walchersche dorps
kermissen worden steeds vergezeld van een ringrijderij,
Zeeuwsch volksvermaak bij uitnemendheid. In Koude-
kerke, Oost-Souburg, Nieuw- en Sint-Joosland, Oost-
kapelle trekken dan de ruiters en hun ongezadelde
paarden, de manen en de staart versierd met bonte
papieren rozen, honderden kijkers uit de stad. Het
slot van den wedstrijd is het rijden om den pollepel,
waarbij de gelukkige winnaar verplicht is alle ring
lijders te tracteeren op een „rondje pollepel", en
dezen om beurten uit den pollepel brandewijn drin
ken. Mogelijk gaat dit gebruik terug op een vroegere
inzameling van eetwaren, in gemeenschappelijken
maaltijd genuttigd. Ook bij de Vlaamsche Sint-
Maartensommegangen werden de giften met een
pollepel opgehaald (blz. 86).
Een ander oud Zeeuwsch volksvermaak op Pink
sterdrie is het gaai schieten door de schuttersgilden,
bijna overal met den handboog. Waar het gilde nog
bloeit, houdt men wekelijks schietoefening, doch een
maal in het jaar wordt het gildefeest gevierd met
koningschieten. Dan wordt een uit taai hout gesneden
vogel, versierd met veelkleurige bonte pluim, de pape
gaai, bovenop een hoogen paal, de schietstang, aan
een stuk ijzer stevig bevestigd. Wie den vogel afschiet,
is koning voor één jaar en wordt bekleed met het
zilver: de halsketen met platen (schilden) en zil
veren vogel (afb. 41). De koning is verplicht het
zilver te verbeteren, d.w.z. een zilveren schild te
schenken aan de gildeketting. Wie drie jaar achter
een koning schiet, is keizer en ontvangt het zilver in
vollen eigendom, doch zijn gilde mag dit voor een
vastgesteld bedrag lossen.
Nergens wordt mooier met „den edelen handboog"
71