Judas klimt erin om een touw te bevestigen, en twee
daarvoor aangewezen mannen hakken den boom om.
Dit alles onder het wisselen van kwinkslagen, want
dit is een vroolijk feest, al is het tevens plechtig door
allerlei oude gebruikenhoe meer voorschriften, hoe
plechtiger. Zoo wordt de boom omgehakt met een
daartoe bestemde bijl, die steeds in hetzelfde huis
wordt bewaard. Men houwt de dikste zijtakken af,
behalve aan het boveneind, en vervolgens wordt de
boom, den kop vooruit, „met levende touwen" d.i.
door een lange rij van mannen en jongens, onder on
afgebroken Paaschgezang, naar Denekamp gesleept
(afb. 32). Daar legt men hem neer in de straat, vroe
ger gebeurde dit vóór den dorpstoren, waarna de
deelnemers ter vesper gaan. Na den kerkdienst, om
drie uur, sleepen zij den boom, steeds met den kop
vooruit, naar de oude Paaschbult, waar het hout voor
het Paaschvuur gereed ligt. Naast den houtstapel
graaft men een diep gat en richt daarin den Paasch-
staak, waaraan nu een teerton is bevestigd, met lad
ders omhoog (afb. 33). Dan beklimt Judas den boom
door middel van een ladder en gaat den Paaschstaak
bij opbod verkoopen. Hierbij valt het publiek hem
voortdurend in de rede en plaagt en hoont hem, tot
hij volgens traditie zijn plaats afstaat aan zijn mede
helper Krioter, wien het eveneens vergaatdit alles
onder het maken van veel grappen. Als Judas den
verkoop beëindigt, maakt hij bekend hoe laat de teer
ton zal branden, besteedt ook het aansteken van de
teerton aan en noodigt ten slotte allen uit bij het
Paaschvuur tegenwoordig te zijn. Hierop gaan allen
huiswaarts om het eiermaal "te gebruiken en in den
avond terug te keeren. Dan wordt de teerton aange
stoken en vlamt het Paaschvuur op, waarbij men,
evenals bij het „eier-gadderen", het afhalen, kappen,
sleepen en richten van den Paaschstaak, de oude
57