houdt het ei in de holte van de hand en tikt met het
spitse of stompe uiteinde of met den zijkant. „Wie
heeft er spits, wie stomp, wie zied?" hoort men bij
de Saksische bevolking de kinderen buiten roepen
in Limburg, waar het eiertikken nu in huis plaats
heeft, spreekt men van kop en kont. Het gebarsten ei
is voor den winnaar. Blijkbaar werd dit spel op het
eind van de 18e eeuw nog door volwassenen beoe
fend (afb. 30). Doch reeds lang vóór de oorlogsjaren
speelde men op vele plaatsen i.p.v. met eieren met
sinaasappelen en notenzoo rolt men in Drenthe al
gemeen met sinaasappelen en speelt met noten het
spel van dik en dun.
De Paaschkermis werd in het begin van deze eeuw
nog op enkele plaatsen gehouden o.a. te Zwolle op
den Spoelderberg, te Tiel op de Hoogeweide. Te
Deventer handhaafde zij zich tot heden op de Worp,
maar het is nu een gewone kermis geworden.
Waarschijnlijk gaat de versierde Paaschos (afb. 31),
nog niet zoo lang geleden door den slager langs de
straten geleid om bestellingen uit te lokken, terug op
een verleden, toen men hem in het voorjaar offerde.
Uit de slagersuitstallingen verdween het speenvarken
met sinaasappel in den bek, dat misschien het
Paaschlam heeft vervangen. Vervallen is ook de goede
zede, dat de bakker aan zijn begunstigers een kren
tenbrood schonk, de boterboer hun aardige lammetjes
van grasboter, versierd met kleine takjes buxusgroen,
vereerde.
Daarentegen hebben in Twenthe twee zeer merk
waardige eeuwenoude Paaschvieringen tot heden toe
standgehoudende Paaschstaak te Denekamp en het
vlöggelen te Ootmarsum. De nabijheid dezer plaatsen
biedt het voordeel dat de honderden vreemdelingen
die jaarlijks naar Twenthe trekken om dit schouwspel
bij te wonen, de hoofdzaken van beide vieringen op
55