vestigd op een dwarslat, waarvan de bonte sitspapieren
waaiertjes, de papieren netjes met noten, de trosjes
rozijnen vroolijk af bengelden (afb. 23). Hoe spreekt
het aangeboren kleurgevoel van ons Nederlandsche
volk uit de aardige palmpaasch van Gees met haar
tooi van witte, roode en gele papieren roosjes, de
ranke, zilverige palmpaasch van Vries, uit het, helaas
verdwenen, blanke palmpaaschje van Grouw, dat in
zijn symmetrische versiering op een Romeinsch veld-
teeken geleek (afb. 24). Het lijkt wel, hoe Noorde
lijker men in ons land komt, hoe mooier de palm-
paschen worden.
En welk een rijke verscheidenheid van vormen
Naast het eenvoudige palmpaaschje, het kleine brood
vogeltje met een paar palmtakjes geprikt in kop en
staart, dat in ons heele palmpaascbgebied op een
stokje wordt rondgedragen (afb. 25), maar soms tot
een reuzenvogel is uitgegroeid, zou men van twee
hoofdtypen kunnen spreken
i°. de Friesche palmpaasch met langen, spits toe
loopenden stok, waaraan van boven af allerlei lekkers
wordt gestoken: sinaasappels (de zwaarste onderaan),
dikke vijgen, stukjes peperkoek, krentebroodjes, uitge
blazen eieren; bovenop komt de vogel. Dit type treft
men aan in Friesland en het vroegere Friesche gebied
N.- en Z.-Holland en Utrecht. De Alkmaarsche palm
paasch draagt zelfs twee van elkander afgewende
zwanen (afb. 26).
2°. de Saksische palmpaasch met grooten brood-
krans, meestal in vlechtvorm. Hierbij onderscheidt
men de palmpaschen met horizontaal en met verticaal
gedragen krans. De eerste rust op twee horizontaal
gekruiste latten, die bovenop een langen stok zijn be
vestigd en aan de uiteinden voorzien zijn van verti
cale pinnenop deze vier pinnen drukt men den
krans (afb. 27). De verticaal gedragen broodkrans
45