den z.g.n. Zandhoek, om de oude gebruiken van het
palmpaaschgebruik te aanschouwen. In de gemeenten
Zweeloo en Oosterhesselen vereenigen alle kinderen
zich met die der omliggende dorpjes tot één groep,
die zingend langs de huizen gaat en overal wordt
getracteerd. Ook het grensdorpje Valthe (gem.
Odoorn) houdt Palmzondag in hooge eere. Hier vor
men alle kinderen van vier tot dertien jaar oud een
stoet, die met omhoog geheven palmpaaschstokken
het heele dorp doortrekt onder het zingen van het
Drenthsche palmpaaschliedje
Hoantien op een stokkien,
Met zien roodbont rokkien,
Hoantien met zien linkerpoot,
Van avond is mien hoantien dood.
Hier heerscht nog de oude zede, dat vader of
oudere broer een dennetak uit het bosch haalt, moe
der of zuster dien versiert. Ook in den Gelderschen
en Twenthschen Achterhoek is dit hier en daar nog
gebruikelijk. In het Westen van ons land kende men
daarentegen reeds vóór 1800 de gekochte palm-
paschen, door mannen en vrouwen uit het volk ver
vaardigd en op bruggen en markten te koop aange
boden (afb. 30).
Dat het palmpaaschgebruik jaarlijks afneemt en
nu nog slechts in een honderdtal plaatsen van ons land
voorkomt, is vooral hierom te betreuren, omdat onze
palmpaschen in vorm, en vooral in kleur, vaak prach
tige voorwerpen van zuivere volkskunst zijn.
Hoe mooi steken de oranje sinaasappelen en het
goudgele broodrad af tegen den achtergrond van
zachtglanzend sparregroen bij onze Oostelijke palm
paschen. Welk een lust voor het oog was de jongens-
palmpaasch van Meppel, de groote haan, stevig be-
44