Door de toegevoegde groepen van Jeruzalemvaar-
ders en apostelen is de oude zinrijke Palmprocessie
meer en meer in een kijkspel ontaard, en ontstonden
er ongeregeldheden, waaraan de Hervorming begrij
pelijkerwijze een einde maakte. De palmezels werden
bij de „zuivering" van Katholieke kapellen en kerken
zoo grondig opgeruimd, dat in Nederland geen mid-
deleeuwsch exemplaar meer aanwezig is. De palm-
ezel, dien het Centraal Museum te Utrecht in bruik
leen heeft van Huize Bergh te 's-Heerenberg, stamt
eerst uit de 18e eeuw en is vermoedelijk Duitsch.
Des te meer moeten wij daarom waardeeren, dat op
Zuidnederlandschen bodem een palmezel, zij het uit
het begin der 17e eeuw, is bewaard gebleven, die zelfs
nog jaarlijks in de Palmprocessie dienst doet. In het
stille Zuidbrabantsche plaatsje Hougaarde (bij Tie
nen) kan men nog op Palmzondag de twaalf apostelen
in hun bonte lakensche rokken statig en devotelijk
zien schrijden achter de berrie, waarop vier discipe
len den palmezel en het glimlachende Christusbeeld
dragen (afb. 19). Uit de machtige, hooggelegen kerk
van St. Gorgonius daalt de procssie het hellende
marktplein af en houdt een korten ommegang door
de naburige straten. Bij de Hoogmis, die na den
terugkeer in de kerk wordt gevierd, staat de palm
ezel, naar de geloovigen gewend, in het koor op een
voetstuk opgesteld. Na afloop gebruiken de apostelen
in een herberg een eenvoudig ontbijt; 's middags
houden zij een gezamenlijken maaltijd.
Doch deze processie, die de beste kenmerken van
het middeleeuwsche ceremonieel heeft bewaard,
draagt tevens het kenmerk van den nieuwen tijd in
zich door de rol die de blijde, luidruchtige kinderen
daarin spelen. Achter de geestelijken volgen hier niet
langer volwassenen, maar uitsluitend kinderen, al de
41