Jezus' glorierijken intocht in Jeruzalem. Het aller
eerst werd deze te Jeruzalem zelf in voorstelling ge
bracht. De geloovigen kwamen in de kerk op den
Olijfberg samen en geleidden vandaar den bisschop,
die Christus verbeeldde, naar de stad. Allen droegen
hierbij palm- of olijftakken in de hand. Van Jeruza
lem uit werd deze Palmzondagprocessie over het
Westen verbreidelke stad hield in de middeleeuwen
één gezamenlijke Palmprocessie.
Mogelijk trok deze in kleinere plaatsen met één
kerk de stadspoort binnen, maar in de grootere met
meer kerken ging men binnen de muren der stad
van de eene kerk naar de andere, o.a. te Utrecht
van de Pieterskerk naar den Dom. Een eigenaardig
element bij deze Palmprocessie was de palmezel. Eerst
is dit een levende ezel geweest, waarvan men in de
praktijk waarschijnlijk de bezwaren heeft ondervon
den, want spoedig werd hij vervangen door een ge-
polychromeerden houten palmezel. Ook zijn berijder,
de Christus, aanvankelijk door een hoogen of lagen
geestelijke voorgesteld, werd al vroeg in hout afge
beeld. Het bijna levensgroote beeld, eveneens beschil
derd of met kleeren omhangen, stond gewoonlijk op
een plank, die op een baar werd gedragen (afb. 19),
of, van vier rollen of raderen voorzien, aan een
touw werd voortgetrokken (afb. 20). Deze laatste
taak' was te Utrecht toebedeeld aan de Jeruzalem-
vaarders, meerendeels voorname personen, die het
H. Graf en andere plaatsen in het H. Land hadden
bezocht. In de vrije hand droegen zij hierbij de uit
Palestina meegebrachte „Jeruzalemsveeren", waar
onder men geprepareerde palmbladen heeft te ver
staan (afb. 21). In hun Zondagsche, met het gouden
of roodlakensche kruis versierde, kleedij liepen zij aan
het hoofd van den stoet. Achter den ezel schaarden
zich de latere leden van de Jeruzalembroederschap,
38