PALMZONDAG V an den Palmzondag is de palmpaasch het typische folkloristische verschijnsel. Zij is een meiboom in mi niatuur, voorbode van het feest der lente. Aan den meiboom herinnert de ring- of spiraal vormige afschilling van den palmpaaschstok, later meerendeels gewijzigd in een stokversiering van kleu rig papier, liefst in rood, wit en blauw. Ook de mei boom die hier en daar in Zuid-Limburg bij het vogel schieten wordt gezet, is spiraalsgewijze rood, wit en blauw geschilderd. Men schilde den stam van den meiboom af wegens het vroeger algemeen verbreide en nog wel bestaande volksgeloof, dat zich, onder de bast booze geesten verborgen hielden. Bovenop den meiboom prijkte een levende vogel een haan, kip, duif of eend, symbool van vruchtbaar heid en mogelijk eenmaal aan de geesten der vrucht baarheid geofferd. Bij de verzachting der zeden werd de vogel door een nabootsend offer in brood ver vangen men vergelijke hierbij den bordpapieren vogel op den Zweedschen „Maistang". Dit verklaart het broodvogeltje op den kop van de palmpaasch. Gewoonlijk noemt men dit een zwaantje, maar ook wel haantje, eendje, gansje, duifje of kloek. Ook de groene kransen die, in horizontalen of verticalen stand, den meiboom versierden (afb., 18), vindt men terug in de broodkransen bij de palm paasch. Hun benaming rad of wiel herinnert aan hun oorspronkelijke bestemming: blijkbaar zijn deze kransen nabootsingen van het zonnerad, in de lente rondgedragen om de zon bij haar nieuwen omloop weer op gang te helpen. Met hetzelfde doel rolden de oude Skandinaviërs in het wintersolstitium het joelrad bergopwaarts. Het rad stelt niet zoozeer de zon voor als wel de beweging van de zon. 36

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1947 | | pagina 34