ËMi
Koning.
Do Koning der Koningeu wilt loven,
Dio zendt ons zijn gaven van'bovert.
Bidt Hom met een hart vol ootmoed,
En ouderboudt zijne geboden goed.
Koningin.
Als Kouingib word flt geëerd.
Van Ridders. Graven. Prinsen weerd,
Die mij mol bloote hoofden eeren;
M\jnRijk meD daaglijks zietvermeeren.
Raadsman.
Wie wysheid zoekt, en die versmaadt.
Niet volgen wil Raadsbeéren raad.
Maar hem vertrouwtmeestop de logen
In Tt eibde vindt hij hem bedrogen.
Rentmeester.
Hij difc goede rekening houdt.
Van schattendie hem ztjB vertrouwdi
Die moet heel wqslijk met bedaren,
"t Vertrouwde geld oprecht bewaren.
Secretaris.
Die veel vertrouwd wordt en vee! woei
Moet alles boudeo m secreet.
Wat d' Overheid mij gaat gebieden,
Schrijf ik voor alle vrome lieden
Op Bruiloftmaaltyd of banket,
Door m\j de spijs, wordt opgezet;
Naar ordiüautie zonder mikkeu,
Men spijs en drank te recht tóoet
schikken
Voorsnijder.
Die alle spijze wel ontgmdt,
Van ledereeu wel wordt bemiud;
Als elk wel is bezorgd^ mot «ten.
Moet men hem zelvon niet vergeten
Kamerling.
Mijns tleereu kamer ik bewaar,
Als Kamerling voor en naar.
Het goed ik naarstig ga ontsluiten.
Mijn sleutel sluit het kwade buiten
HofmeesteT
Proever.
Ik proef mijns Heeren drank en spijs,
Gezoden, gebraden, op verscheiden
wijs:
Om minder vrees te hebben even,
En dat hij met zou zijn vergeven.
Schenker.
Leegt uw glazen, wilt eens drinken.
Ik zal ze lustig vol gaan schinken,
Met wijn of ander goed nat,
Drinkt, daar is nog meer m 't vat.
Zanger.
De zoete zang doet vrengd voort-
brtngen.
Dus wij eendragtelijk ook zingen,
Geestelijke zangeD Vol van deugd.
Opdat een ieders hart verbengd
Speelman
Als David.op zijn barpe spoelde.
En met zjjn stemme lustig kweelde.
Zoo maakt u vrolijk in den Hoer,
Alleérfiglijk in deugd en eer.
Poortier.
Ik ontsluit de deur, met om misprijzen,
Om u een goeden weg te wqzen
Wilt zondeu vlieden,hoosbeid haten,
Deugd bemiud zouder nalaten.
Zot.
Die mij zot acht, i9 zelf niet wijs,
En arbeidt mede om den prijs.
Menig is zot, en wil 4t niet weten,
Ja aller zotten vaar geheeten.
Kok.
De tafel is gedekt, de spijze is bereid;
Komt ter bmiloft,niet lang en beidt,
Wilt naar den bruidegom hanen.
Zoo zultg' desHemels spijze smaken.
Zottin.
Laat dat Gekjo buiten kijken,
Zoo zullen wij te zamen lijken
Twee zotten ondei een kaproen
Maar geeft mij al te met een toen.
Te -Amsterdam gedrukt bij de Erven E. P. A- v. d. Geer. Jr. firma G. v. d Linden ffgelaoticrastraai 17
Afb. 12. Koningsbrief, tot in de 20e eeuw in Amsterdam gedrukt.