land tot ons kwam, kende Friesland de kerstwiggen
van dezelfde gedaante, waarschijnlijk reeds door Ro-
meinsche kloosterbakkerijen hier ingevoerd. Zij stellen
een oud vruchtbaarheidssymbool voor.
Na Kerstmis spoedt het jaar ten einde. Dan wil het
gebruik dat de dienstbaren in den Gelderschen en
Overijsselschen Achterhoek naar 't „volkshuus" (ou
derhuis) gaan jhen kooken", d.i. heen (gaan om
nieuwjaars-) koeken (te eten). Zij gaan dan „met den
krommen elleboog" d.w.z. met geschenken van den
boer voor hun ouderseen stoete, een zak koffieboo-
nen en een metworst van een el lengte. Als tegen
geschenk brengen zij bij hun terugkomst nieuwjaars
koeken mee.
De Oudejaarsavonddienst, eerst in 1816 door de
Synode ingesteld, pleegt ook hen te vereenigen die
niet gewoon zijn de kerk geregeld te bezoeken. Daar
na herdenkt men in huiselijken kring het lief en leed
van het scheidende jaar, tot buiten de torenklok haar
twaalf zware slagen doet weerklinken en de knallende
schoten verkondigen dat de kringloop is volbracht en
het nieuwe jaar zijn intrede doet.
ui