uit, de kerstboom in de Duitsche landen algemeen en
geliefd begon te worden. Doch toen droeg de boom
nog niet zijn kaarsjes, die, in den avond ontstoken,
teruggaan op het kaarslicht bij de Middernachtmis
in de Katholieke kerk. Vermoedelijk neemt de kerst
boom zijn eersten oorsprong in de Indogermaansche
zede op de hoofdfeesten van het jaar, vooral met
Nieuwjaar, een boom te planten als beschermer tegen
booze machten. In de Noordelijke landen werd dit
natuurlijk een naaldboom.
De kerstboom met zijn stralende lichtjes, liefelijk
symbool van Hem die het licht der wereld is genoemd,
heeft gereeden ingang gevonden (afb. 66). Nog altijd
neemt de huiselijke viering van het Kerstfeest met
boom en geschenken toe, maar onze iriheemsche Sint-
Nicolaasviering vermindert daardoor geenszins.
In verband met deze verschuiving van Sint-Nico-
laas- tot Kerstviering is opmerkelijk, dat men te Koe
dijk (N.H.) het Sint-Nicolaasfeest „de Gouden En
gel" noemt. Men zou kunnen meenen dat hiermee de
Kerstengel werd aangeduid, doch de viering heeft
niet met Kerstmis plaats, maar op Oudejaarsavond
(voor schoolkinderen op den laatsten Zondag van het
jaar). De gewone verklaring dat in dit door meren
omringde dorp de visschers niet zouden kunnen thuis
komen op 5 en 6 Dec. en wel met Kerstmis, is weinig
aannemelijk. Te Koedijk zelf kan men deze afwijken
de viering niet verklarendaar is een gewone zegs
wijze „op Oudejaarsavond thuis, en met Nieuwjaar
weer naar zee".
Zoomin Duitsch als de kerstboom is, ondanks de
benaming, de wit bestoven „Weihnachtsstolle", die in
de groote steden het oudvaderlandsche krentenbrood
verdrong, nog niet lang geleden door de bakkers aan
hun klanten als kerstbrood vereerd. Lang voordat
deze Weihnachtsstolle mèt den kerstboom uit Duitsch-
IIO