zegt„Kerstmis bakt alle man, Paschen wie kan en
Pinksteren wie mèl hef." De offermaaltijden van onze
heidensche voorvaderen zijn geworden tot „dikkevrets-
avond" met Kerstmis en „volbuuksavond" met Oude
jaar, zie blz. 9. Op beide avonden hield men, voor
al in Friesland en Groningen, verlotingen van wild
en gevogelte. Sinds de loterijwet van 1905 deze ver
bood, wordt om deze prijzen gesjoeld.
Zoo plechtig als de Friesche en Saksische boeren
op 25 December Kerstdag vierden, zoo vroolijk vier
den zij den 2Östen Sint Steffensdag, gewijd aan Sint
Step'hanus, den eersten christenmartelaar. Het over
oude gebruik in den midwintertijd over de akkers te
rijden, om hun vruchtbaarheid in het nieuwe oogst
jaar te bevorderen, zal den Heilige, wiens feestdag in
dezen tijd viel, tot patroon van de paarden hebben
gemaakt. Sint Steffen beschermt paarden en koeien
tegen ziektehooi en haver worden op Sint Stephanus-
dag gewijd.
Het Sint-Steffenrijden heeft nu nog alleen in
Drenthe plaats en is daar algemeen gebruikelijk. Men
rijdt echter niet meer over de akkers, maar de boeren
zoons uit verschillende gehuchten komen in een cen
trum samen en rijden gezamenlijk de omliggende ge
huchten af, waar zij meestal even in de herberg ver
toeven. Daarna keeren zij weer naar hun uitgangs
punt terug en blijven er in de herberg nog een poosje
praten, soms onder harmonicaspel. In Overijssel en
den Gelderschen Achterhoek is dit gebruik uitgestor
ven, al is te Laren (G.) een nieuwe ruitervereeniging
georganiseerd, die zich „de Sint Steffenrijders" noe
men en op 26 December wel uitrijden.
In Drenthe trekken arme kinderen rond met een
bosje hooi om de koeien te steffenen. Ze geven daar
van aan elke koe wat en zingen daarbij
108