voor passieve en actieve recreatie beschikbare stads- groen is de juiste verdeeling ervan over het stads gebied, waarbij met de eerdergenoemde maximale tijdsafstand van 15 a 20 minuten voor het wijkgroen rekening dient te worden gehouden. Tengevolge van de onderlinge ruimtelijke splitsing van de statische hoofdfuncties van het wonen, het werken en de recreatie zijn met name in de groote steden de verkeersafstanden hand over hand toege nomen. Konden tot in het midden van de vorige eeuw in verreweg de meeste steden de binnen de stad af te leggen verkeersafstanden nog zonder bezwaar te voet worden afgelegd, met de ontzaglijke uit breiding van de bebouwde kom nadien en de hier mede gepaard gaande geleidelijke functiesplitsing tusschen de afzonderlijke sectoren namen de nood zakelijke dagelijksche verplaatsingen dusdanige af metingen aan, dat locale verkeersmiddelen in den vorm van tram en/of bus onmisbaar werden voor de geregelde fuctioneering van het stedelijk leven. Naast deze openbare verkeersmiddelen moet hierbij gewezen worden op de rol van het rijwiel, dit specifiek Nederlandsche (en Deensche) transport middel, dat door zijn goedkoopte en bedrijfszeker heid een groote populariteit verwierf en zich dan ook in korten tijd tot het massa-verkeersmiddel bij uitnemendheid ontwikkelde. Na den vorigen wereld oorlog heeft zich hierbij in snel tempo de auto ontwikkeld. Tengevolge van deze verkeersontwikkeling, kenmer ken zich de verkeersverhoudingen in de Hollandsche steden door een groote verscheidenheid, n.1. van voetgangers, fietsers, auto's, autobussen en trams aangevuld met een sterk afnemend aantal paarden- wagens. Deze heterogeniteit van verkeerselementen komt een vlotte verkeersontwikkeling niet ten goede. Als eerste wenschelijkheid dient hierbij naar een duidelijke en zoo volledig mogelijke scheiding 85

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1947 | | pagina 95