zamer werden de gevallen, waarbij de arbeider zijn
werkstuk geheel zelfstandig voltooide: steeds veel-
vuldiger daarentegen het werken aan den loopenden
band, waarbij slechts één of hoogstens enkele mani
pulaties aan het onpersoonlijke werkstuk worden
verricht.
Tengevolge van dezen eentonigen en geestdoodenden
arbeid, welke aanvankelijk daarenboven nog onder
ongunstige physieke omstandigheden (n.1. lange ar
beidstijden in ongezonde fabrieksruimten) werd ver
richt, stompte de geest steeds meer af. De psyche
van den grootestadsbewoner in het algemeen en van
den fabrieksarbeider in het bijzonder verwijderde
zich steeds verder van die der onder veel natuur
lijker omstandigheden levende plattelandsbevolking.
Het meerendeel der stedelingen vervreemdde dien
tengevolge zéér tot eigen nadeel totaal van
de natuur, dreigde ongevoelig te worden voor haar
lessen en schoonheden en leefde het jaarlijksch
wederkeerende rhytme van de jaargetijden nauwe
lijks meer mede. Dit geestelijk sterilisatieproces miste
ook zijn biologische uitwerking op den duur niet;
het geboortecijfer daalde in de groote steden het
sterkst.
De reactie hierop kon niet uitblijven: een steeds
grooter wordende behoefte aan ontspanning, zoo
mogelijk in de vrije natuur deed zich onder de ste
delingen gevoelen. De recreatie, zoowel naar lichaam
als naar geest ontwikkelde zich tot een noodzakelijkt
vorm van compensatie voor de gekunstelde, on
harmonische stedelijke levenswijze, De snelle op
komst van de sport moet geheel in dit licht worden
bezien en vindt zijn verklaring in de reëele mensche-
lijke behoefte aan lichamelijke ontspanning in de
open lucht ter compensatie van de eenzijdige geeste
lijke inspanning binnenshuis. Hierbij vormde de
verplichte sportbeoefening op de lagere en middel
bare scholen een krachtige stimulans voor de ver-
83