taal contact stond met de straat; naderhand werd de kopbebouwing vrij gehouden van de langsbe- bouwing. (zie Afb. 27) Hierdoor onstond de zoo gewenschte mogelijkheid van directe luchtver- versching door het bouwblok. In ruimtelijk opzicht bleef het groene binnenterrein evenwel nog volko men gescheiden van de straatruimte; het bouwblok was in visueel opzicht nog gesloten. Aan dit bezwaar werd eerst tegemoet gekomen door het achterwege laten van de kopbebouwing, waar door het bouwblok volledig werd geopend en ook het visueel contact tusschen straat- en tuinruimte tot stand kwam. Als laatste stap in deze onwikkeling van het alzijdig ombouwde gesloten bouwblok naar het volledig open bouwblok met de evenwijdige bouwstrooken, valt de zgn. strookenbouzv te noe men, waarbij de woningen in iedere bouwstaat met het oog op- de orienteering gelijk zijn gericht. Minstens even belangrijk als deze op zichzelf reeds zoo heilzame verbetering van het woningpeil, was de geleidelijke zuivering van de woonwijk van schade lijke en/of hinderlijke elementen, welke daarin niet thuis behooren. Wij doelen op de ingevolge de bepa lingen van de hinderwet na 1875 mogelijk geworden beheersching van de vestiging van gevaar, schade of hinder veroorzakende nieuwe industrieën. Werd eenerzijds de vestiging van een aantal met namen genoemde bedrijven binnen de woonwijk aan een vergunning gebonden, anderzijds werden bij plaatse lijke verordening speciale wijken of straten aange wezen, waar deze bedrijven zonder voorafgaande vergunning konden worden opgericht. Hiermede deed het in stedebouwkundig opzicht zoo gewenschte en logische beginsel van de zoneering, dat ook in de middeleeuwen niet onbekend was, wederom haar intrede, zij het dan ook in eenigszins gewijzigden vorm. Vooral sedert het einde van de x9e eeuw, toen de industrie zich alom op chaotische 81

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1947 | | pagina 89