zelfs vierkante bouwblokken het ideaal van den tijd
voorstelden, blijkt uit het hierboven aangehaalde
voorbeeld, dat ook trapeziumvormige en driehoekige
bouwblokken veelvuldig voorkwamen,
ïn aesthetisch opzicht werd, tengevolge van de
vele en breede straatuitmondingen te zeer onder
broken straatwand, geen duidelijke verticale begren
zing meer van de eertijds vaak zoo schoone,
gesloten straatruimte verkregen. Evenzoo vormde het
meervoudige en samengestelde kruispunt de denk
baar ongunstigste vorm voor een omsloten plein,
waarmede het nauwelijks meer iets gemeen had. Van
het groen werd ter verrijking van het stadsbeeld
een veel te spaarzaam of in het geheel geen gebruik
gemaakt, terwijl door demping van grachten ook
het water dit meest typische Hollandsche ele
ment uit het stadsbeeld werd gebannen.
Hiermede dreigde het eigen, nationale karakter van
onzen stedebouw in de tweede helft van de 19e eeuw
geheel teloor te gaan. Hiervoor in de plaats was een
grijze eentonige huizenzee getreden, armelijk van
architectuur en onwaarachtig en potsierlijk in zijn
zgn. accenten; zoowel in sociaal als hygiënisch
opzicht een aanfluiting van de eeuw van techischen
vooruitgang, waarin een menschwaardiger oplossing
in technisch-stedebouwkundig opzicht alleszins bin
nen de mogelijkheden zou hebben gelegen.
Zoo overschreed de Nederlandsche stedebouw den
drempel van de 20e eeuw, onzen eigen tijd, waarin
het probleem opnieuw zou worden gesteld.
75