is geweest op de verdere ontwikkeling onzer steden. Dit aspect namelijk kwam in den 17e eeuw en daar na opnieuw aan de orde tengevolge van de bevol kingstoeneming en de hierdoor geboden stadsuitleg. Deze groei kwam voornamelijk den in verkeersop- zicht gunstig gelegen Hollandsche steden ten goede, waar handel en nijverheid mede tengevolge van den val van Antwerpen in ij68 en de opheffing van het edict van Nantes 1685 tot grooten bloei kwamen. De opkomst van de Amsterdamsche dia mantslijperij en boekdrukkerij moet bijna geheel aan deze Vlaamsche vluchtelingen worden toegeschre ven, terwijl o.a. de zijde- en fluweelindustrie en ook de Leidsche lakenweverij grootendeels aan de Fran- sche réfugiés te danken is. Daarbij kwam nog de snelle ontwikkeling van onze wereldscheepvaart, welke van de Nederlanden de machtigste zeemogenheid maakte. De oprichting van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie in 1602 kwam vooral ook Amsterdam, als stapelplaats van overzeesche proucten (specerijen), waaruit groote rijkdommen werden geput, ten goede. Deze econo mische opbloei, gepaard gaande met een snelle toe neming der bevolking, stelde de Hollandsche steden voor groote stedebouwkundige opgaven. Kon in de beginne nog worden volstaan met een ge leidelijke opvulling van de nog aanwezige open ter reinen binnen de stad en een verdere verdichting (verhooging) van de bebouwing, bij de aanhoudende bevolkingsvermeerdering leidde dit tot op den duur onhoudbare sociale en hygiënische toestanden. De veel verbreide misvatting omtrent de hooge en nauw opeengedrongen bebouwing binnen de middeleeuw- sche stad, vindt haar oorsprong in deze uit veel lateren tijd dateerende wantoestanden. Behalve deze verdichting binnen de oude stadsmuren, vestigde zich de bevolking alle verbodsbepalingen ten spijt ook op volkomen ongeordende wijze buiten 63

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1947 | | pagina 65