Het principieele voordeel, dat het vijfhoekige bastion
bezat boven de vroegere vierkante torens of ron-
deelen, bestond in de opheffing van de onbestreken
ruimte welke aan de voorzijde hiervan behalve
bij overhoeksche plaatsing van den vierkanten to
ren steeds aanwezig bleef. (Afb. 18). Bovendien
bestreken de bastions met hunne beide flanken de
tusschengelegen courtinesterwijl van uit deze laat-
sten ook nog de beide facen van het vooruitstekende
bastion onder vuur genomen konden worden.
Dit van Italiaanschen oorsprong zijnde gebastion-
neerde stelsel vormde het uitgangspunt voor de
Oud-Nederlandsche fortificatiën, waaraan de naam
van Simon Stevin (15481620) verbonden blijft;
één der grootste wiskundigen en vestigbouwkun-
digen van zijn tijd, leermeester en raadgever van
Prins Maurits. In zijn boek „Sterctenbouwing" be
schrijft hij een ideaal gebastionneerde vesting, op
gebouwd op een regelmatigen zeshoek.
Bij vergelijking van dit Oud-Nederlandsche systeem
met de voorafgaande verdedigingsvormen, valt de
veel grootere importantie der vooruitspringende
bastions t.o.v. de tusschengelegen, gestrekte courti
nes op. In de praktijk is dit stelsel van Stevin voor
al toegepast door zijn tijdgenoot Adriaen Anthonisz,
aan wien ons land talrijke vesting-verbeteringen
o.a. die van Alkmaar en Utrecht te danken heeft.
Ook aan dit Oud-Nederlandsche stelsel bleken bij de
verdere verbetering van de artillerie, welke het eerst
den aanvaller ten goede kwam, ernstige bezwaren
kleven; bezwaren welke vooral hun oorsprong von
den in het te strenge vasthouden aan een zuiver
meetkundige figuur, waardoor de praktische mili
taire eischen, door de situatie gesteld, eenigszins in
het gedrang kwamen. Bovendien bleken de vele bui
tenwerken (hoorn- en kroonwerken) in de oorlog
voering ondoeltreffend te zijn. Nadat in Frankrijk,
onder invloed van de geschriften van Pagan en de
55