kasteelbuurten en later hieruit voorgekomen kasteel
dorpen en -steden echter principieel onderscheidt
van de op andere wijz'e ontstane woonbuurten is,
dat hun aanleg door den kasteelheer werd bepaald.
2e zijn dus in dezen embryonalen toestand eenigs-
zins vergelijkbaar met de later gestichte steden.
Uit het meerendeel der plattegronden van kasteel
dorpen en- steden spreekt thans nog de regelmatige
ordelijke vaak rechthoekige aanleg van het oorspron
kelijk plan.
Dit is bijv. het geval bij 's-Gravenhage (Afb. ij),
waarvan het ontstaan samenvalt met de stichting
van een steenen jachtslot (N.O. zijde van de Ridder
zaal) door Graaf "Willem II in 1250, op den Z.W.
uitlooper van een ouden binnenduinrug. Rondom
het kruispunt van de beide voormelde landwegen
van 's-Gravenzande naar Leiden en van Delft naar
Scheveningen, dat tot marktplein (Groenmarkt)
werd verruimd, ontwikkelde zich onder bescher
ming van het grafelijk kasteel een woonbuurt voor
de kleine luiden (ambachtslieden e.d.) op door den
Graaf in erfpacht uitgegeven perceelen grond. Langs
de Vijverberg, Tournooiveld en Voorhout verrezen
de statige woningen van de aan het hof verbonden
edellieden, eveneens op in erfpacht uitgegeven of
geschonken terreinen. De rechthoekige aanleg van
dit groene hart van 's-Gravenhage treft thans nog
door zijn royalen opzet en goede proporties. Aan
de N.O. zijde van het kasteel, ter plaatse van het
tegenwoordige Plein, strekte zich de grafelijke moes
tuin uit, welke grensde aan 's-Graven wildpark, het
tegenwoordige Haagsche Bosch.
Door den opkomst van 's-Gravenhage als grafelijke
residentie boette 's-Gravenzande aan beteekenis in.
Deze hoewel oudere nederzetting heeft het hierdoor
nooit verder dan tot een dorp kunnen brengen. Het
jongere kasteeldorp 's-Gravenhage daarentegen is,
mede door zijn gunstiger verkeersligging als kruis-
46