wagen langs deze primitieve wagensporen vormde
een rustpunt in den vorm van een herberg, zoowel
voor den ruiter of voerman als voor diens paard(en)
een even welkome als noodzakelijke onderbreking
van den reis. Deze pleisterplaatsen ontstonden van
zelfsprekend bij voorkeur op een kruispunt van
wegen of bij een rivierovergang. Om dit kruispunt
ontwikkelde zich reeds spoedig een woonbuurt,
welke niet zelden tot een stad uitgroeide, indien de
handel deze wegen bleef volgen. Vele van onze oud
ste steden, zooals Maastricht, Nijmegen en Utrecht,
waaronder dus de beide van Romeinschen oorsprong
behooren tot dit type. Ook het kruisdorp 's-Graven-
hage, dat in historisch stedebouwkundigen zin nooit
een stad is geweest, vandaar haar even vleiende als
juiste bijnaam van „het schoonste en grootste dorp
van Europa", behoort hiertoe. Ontstaan op het
kruispunt van de beide landwegen, welke van
's-Gravenzande naar Leiden en loodrecht hierop van
Delft naar Scheveningen voerden, onder bescher
ming van het grafelijk kasteel gelegen, heeft dit dorp
zich naderhand volgens moderne stedebouwkun-
dige opvattingen geheel tot een stad ontwikkeld.
Sloeg de handel evenwel op den duur letterlijk
andere wegen in, dan groeide de woonbuurt niet
verder uit dan tot een dorp. Van zoo'n kruiswegdorp
in zijn typischen kruisvorm geeft Midden-Beemster
(afb. n) een goed voorbeeld. De bebouwing heeft
hierbij dus in hoofdzaak plaats gevonden langs beide
zijden van de elkaar in den kom loodrecht krui
sende wegen. Het kruispunt zelf, dat bij de steden
veelal werd verruimd tot marktplein, werd in het
silhouet geaccentueerd door de kerk en/of het raad
huis.
Uit het vorenstaande volgt derhalve, dat deze neder-
zettingsvorm naar zijn inwendige structuur behoort
tot het schaakbord-type, terwijl de omtrek oorspron
kelijk de vorm van een kruis met inspringende
40