van de zich in wijden omtrek uitstrekkende, onbe bouwde esch- en groengronden; ondanks de, uit bedrijfstechnisch oogpunt ongewenschte, scheiding tusschen centraal-in-de-kom-gelegen boerderij en excentrisch verstrooid gelegen landerijen. Ook in Zeeland zijn de komdorpen rijkelijk ver tegenwoordigd. In verband met de veel hoogere waarde van den cultuurgrond is de aanleg hier min der ruim dan op de armere Drentsche zandgronden. De door boomen omplante kerk is hierbij midden in den kom gelegen. Van een typischen, uiterlijken vorm dezer groep van dorpen kan, in verband met den vrijen, lossen aanleg bezwaarlijk worden gesproken. Door hun komvor- migen, centralen opzet behooren zij echter evenals de ad 2 genoemde kringdorpen tot het radiaal-con- centrische type. 4. Het kruiswegdorp, dat zooals de naam aan geeft zijn ontstaan en verdere ontplooiing geheel en al te danken heeft aan zijn verkeersligging, n.1. de kruising van twee landwegen, of van een land weg met een rivier. Onder de nederzettingsvormen behoort het mede tot de oudste en vormt het tevens het verkeerstype bij uitnemendheid. In tegenstelling tot onzen tijd, waarin ons land met een dicht net van goede, verharde wegen is overdekt, was dit in den Romeinschen tijd slechts bij hooge uitzondering het geval bij de voornaamste heirwegen. Alle overige wegen uit dien tijd en later, waaronder ook de in handelsopzicht reeds vroegtijdig belangrijke hesse- wegen, waren niet meer dan onverharde zand- of kleiwegen, dit wil dus zeggen karresporen. Hiervan waren de eerste gedurende de heete zomermaan den veelal slecht bruikbaar vanwege hun mul heid, de tweede in het najaar en gedurende den winter (behalve tijdens vorst) totaal onbegaanbaar door de modder. Op de lange en moeizame tochten met paard en 3 9

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1947 | | pagina 41