punten verrijzende terpen (Friesland) of wierden
(Groningen) waren bijna steeds rond van grond
vorm en besloegen een oppervlakte van 2 tot
10 H.A. In het midden, meestal tevens hoogst ge
legen punt, verrees de kerk, rondom omgeven door
het kerkhof. Hieromheen lagen in een eerste nauwe
krans de hoeven der vrijen geschaard, daarbuiten in
een wijderen kring de stulpen van de hoorigen.
Deze oorspronkelijke, hoogst eenvoudige, concen
trische aanleg komt nog duidelijk tot uitdrukking
in de plattegrond van Godlinze (afbeelding 9).
Behalve Friesche steden zooals Leeuwarden, dat op
drie terpen is ontstaan, Bolsward en Dokkum, moet
ook Middelburg, dat zooals reeds eerder werd
vermeld uit een burcht is ontstaan, tot dit type
worden gerekend. Zelfs het van nature op hoogen
grond gelegen Oldenzaal, dat rondom de kerk is ge
groeid, moet tot ditzelfde type worden gerekend,
waarvan de kenmerkende uiterlijke vorm derhalve
de cirkel is.
3. Het kom- of brinkdorp, dat in zijn fraaisten
vorm is vertegenwoordigd in Drente en waarbij de
eerste boerderijen bij voorkeur werden gegroepeerd
aan en om een met boomen beplant, veelal recht
hoekig middenveld of brink. Dit schaduwrijke,
groene centrum vormde in de meeste gevallen tevens
het kruispunt der landwegen. Onmiddellijk aan of
op dit middenveld verrees ook het in het groen
schuilgaande kerkje.
Eén van de aantrekkelijkste voorbeelden van zoo'n
Drentsch brinkdorp vormt Dwingeloo (afb 10). Uit
dezen plattegrond blijkt tevens de voor de hoogere
zandgronden typeerende, zéér royale opzet van de
zen brink in verhouding tot den bescheiden omvang
van het geheele dorp. Er gaat nog steeds een groote
bekoring uit van dezen karakteristieken centralen
nederzettingsvorm, welke culmineert in den groenen
kom met zijn losse, agrarische ombouwing, temidden
38