worden nagegaan aan de hand van den plattegrond der aanvankelijke woonbuurten, welke niet of nau welijks boven den dorpsvorm zijn uitgekomen. On der het dorp wordt hier verstaan een min of meer losse groepeering van woningen en andere gebou wen, een open nederzettingsvorm, welke niet om muurd is, of geweest en derhalve nimmer stedelijke rechten heeft bezeten. Zooals reeds in het begin van het vorige hoofdstuk terloops werd aangestipt, blijkt nu, dat niet alleen bij de geleidelijk gegroeide, doch evenzeer bij de ge stichte steden en a fortiori bij die steden, welke haar ontstaan aan een Romeinsche legerplaats te danken hebben, het mede steeds verkeersoverwegingen zijn geweest, welke de keuze van de vestigingplaats en den allereersten opzet van de nederzetting hebben bepaald. Daarom zal in de hieronder volgende ty peering van dorpsplattegronden, welke dus van een lagere orde zijn dan de hieruit naderhand soms voortgekomen stadsplattegronden, worden uitgegaan van dit verkeer s-geogr af isch gezichtspunt. Aan de hand hiervan valt een 7-tal hoofdtypen te onder scheiden, waarbij dient te worden aangeteekend, dat in verscheidene gevallen één en hetzelfde dorp onder meer dan één type gerangschikt kan worden. Deze hoofdtypen van nederzettingsvormen zijn: I. Het rivier- of dijkdorp, dat meestal in de na bijheid van een kasteel is ontstaan uit een visschers- buurt langs een rivier, in een bocht daarvan of aan de uitmonding van een zijrivier gelegen. De eerste zeer primitieve bebouwing bestond uit niet veel meer dan een reeks van op palen gebouwde, boven de moerassige oevers gelegen hutten. Deze paalwonin gen, waarvan de wanden bestonden uit gevlochten rijshout met leem dicht gestreken, afgedekt door een rieten dak, staken veilig boven den hoogsten waterstand uit en waren met het front naar de rivier gekeerd. 34

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1947 | | pagina 36