een ronde heuvel opgeworpen van bijna 70 M. basis
diameter en bijna 16 M. hoogte. Op den platvor-
migen top van dezen afgeknotten kegel verrees de
eigenlijke burcht, welke uit niet meer dan een cir
kelvormige, door een steenen ringmuur met weer
gang en gekanteelde borstwering omsloten open
ruimte van 33 M. binnendiameter bestond. Hier
binnen vonden in tijden van gevaar de omwo
nenden met hun vee een veilige wijkplaats. De
weergang werd ondersteund door overwelfde nis
sen, terwij! de kanteelen of tinnen naderhand van
schietspleten werden voorzien.
In hun algemeenen opzet vertoonden deze burchten
derhalve groote gelijkenis met de vroegere hunne
schansen, welke dan ook als het germaansche proto
type van de versterkte wijkplaats moeten worden
beschouwd.
Ten Westen van dit burcht-eiland ontstond een
woonbuurt, waaruit zich naderhand de stad Leiden
heeft ontwikkeld.
Deze burchtvorm is uit geschiedkundig stedebouw
kundig oogpunt hoogst belangrijk, omdat zij op haar
beurt het directe voorbeeld vormde voor de eerste
steenen ommuringen der steden in de Middeleeuwen.
Nadat de simpele omgrachting en omwalling met
houten palisadeering op den duur onvoldoende was
gebleken, gingen de voornaamste nederzettingen er
toe over zich met zware steenen muren te omringen.
Ook bij deze ommuurde stéden treffen wij, indien
geen bijzondere terreinsomstandigheden daartoe
noodzaakten, veelal een den cirkelvorm zoo zuiver
mogelijk benaderenden ringmuur aan met weergang
op overwelfde nissen en gekanteelde borstwering
met schietspleten.
Daar, waar de terreinomstandigheden den aanleg
van een natte gracht aan de buitenzijde van de
ommuring niet toeliet, werd niet alleen de ommu
ring hetzij verdubbeld of verzwaard, doch tevens
22