tenslotte den doorslag gaven bij de beslissing
omtrent den aard en den omvang van de aan te
leggen verdedigingswerken der stad.
In vele gevallen ook ging deze militaire verdedig
baarheid van het in strategisch opzicht belangrijke
punt vooral bij rivierovergangen vooraf aan
de eigenlijke vorming van een woonbuurt. De ver
sterkte militaire legerplaats dicht bij het vitale
bruggehoofd vormde dan de kern, waaromheen of
waarnaast zich naderhand de woonbuurt, de stad,
ontwikkelde.
Dit was bijv. het geval bij onze beide oudste steden
Maastricht en Nijmegen, welker beider ontstaan
dateert uit het begin van den Romeinschen tijd
(15 v. Chr.350 n. Chr.) en welker oorsprong
samenvalt met de stichting van een Romeinsche
legerplaats of castrum. Deze militaire oorsprong is
hierom zoo belangrijk, omdat de oorspronkelijke
indeeling van het castrum veelal bepalend werd
voor den lateren plattegrond van de zich hieruit
ontwikkelende stad.
Zoo'n Romeinsche castrum (Afb. 1) had een streng
regelmatigen, rechthoekigen of vierkanten grond
vorm, waarvan de omtrek door een omwalling was
gemarkeerd en welke werd doorsneden door twee,
elkaar loodrecht kruisende hoofdwegen; nl. een
O.W.-gerichte, de decumanus maximus en een N.Z.-
gerichte, de cardo maximus. Ter plaatse van het
snijpunt dezer beide hoofdassen nabij het middel
punt verrees het verblijf van den legeraanvoerder,
het praetorium. Het snijpunt van deze beide hoofd
wegen met de omwalling werd geaccentueerd door
vier poorten, welke de toegangen tot de legerplaats
beheerschten. De omvang van zoo'n Romeinsche
versterking was voor hedendaagsche begrippen zeer
bescheiden en besloeg in den regel niet meer dan
400M. in het vierkant, dit is rond i6Hectare
Van de vele castra, welke de Romeinen tijdens hun
17