nieuwe schoonheidsidealen gedragen aesthetische
visie tezamen met de inmiddels ingrijpend gewijzigde
strategische inzichten tot geheel nieuwe concepties
voerde, waarvan het meerendeel evenwel niet boven
het stadium van ideale oplossingen uitkwam.
In den Barok hebben deze nieuwe schoonheidsidea
len, waarbij vooral de perspectivische dieptewerking
op den voorgrond trad, met name ook ten aanzien
van den tuin- en parkaanleg (een tot dusver nauwe
lijks in den stedebouw betrokken element) tot groot-
sche uitingen geleid, waarvan ook in ons land de
navolgingen vielen waar te nemen.
Kon tot aan het begin van de 19e eeuw nog worden
getuigd van den grooten invloed welken de tech
niek van het oorlogvoeren bij voortduring op den
stedebouw had uitgeoefend, met de 19e eeuw houdt
deze sterk den vorm bepalende factor op. Ondanks
de ingrijpende ommekeer welke de toepassing van
het buskruit op de aanvals- en verdedigingstechniek
en hiermede op den stedebouw had teweeggebracht,
bepaalde deze techniek zich nog steeds tot de oorlog
voering te land. Dit zou in het begin van de 20e
eeuw radicaal veranderen.
Met den opkomst van de moderne groot-industrie
en de techniek vertoont het stedebouwkundige pres
tatievermogen gedurende de heele 19e euw, maar
vooral in de tweede helft daarvan, een gepronon
ceerde inzinking. Deze neergang in de ontwikkeling
treft des te pijnlijker, aangezien hij samenvalt met
de grootste expansie onzer steden. Het was het be
ruchte tijdvak, waarin het eigenbelang van den
grondspeculant de stadsuitbreiding beheerschte en
waarbij alle andere overwegingen van meer ideëelen
aard voor zoover aanwezig terzijde werden
gesteld.
Hierin zou eerst een begin van verandering ten
goede optreden in den aanvang van de 20e eeuw,
na de totstandkoming van de "Woningwet. De stads-
"7