bruggenhoofdsligging was in de meeste gevallen ook bevordelijk voor den handel, zoodat ook hierbij het tenslotte verkeersgeografische motieven waren, welke bij de verdere ontwikkeling tot handelssteden de stimuleerende factor vormden. Aan deze centrale markt(handels) functie paarde zich reeds spoedig de uit het ambacht voortgekomen nijverheid. Tengevolge van deze eigen, economische activiteit onderscheidde de stad zich in sociaal en economisch opzicht steeds duidelijker van het om ringende agrarische platteland. Ook in ruimtelijk opzicht scheidde de stad zich met het oog op haar door de veiligheid geboden ommuring dientenge volge steeds scherper af van het omliggende, open land, zonder hierbij evenwel het contact met het land vooral ook in ideëel opzicht te verliezen. Deze duidelijke ruimtelijke afscheiding bereikte een architectonisch-stedebouwkundig hoogtepunt in de middeleeuwen. De beknopte cirkelvormige, ovaal vormige of rechthoekige omtrek der steden werd hierbij geheel en al bepaald door veiligheidsover wegingen. Het is een bewijs voor het hooge geeste lijke beschavingspeil dier tijden, dat deze zakelijke, strategische eischen geenszins aan een schoonen op bouw van de stad in den weg bleken te staan. De schoone harmonie van het geheel werd nimmer uit het oog verloren, zonder hierbij in de fout te ver vallen de schoonheid om haarzelver wille te be drijven. Deze „P art pour 1' art" mentaliteit brak eerst later n.1. in het hierop volgende tijdvak der Renaissance door, waarbij een derde groep van motieven, n.1. de zuiver aesthetische aan de beide eerstgenoemde werd toegevoegd. In ons nuchtere en burgerlijke land is de directe uitwerking van deze schoonheids overwegingen met betrekking tot den stedebouw over het algemeen gering geweest in vergelij king tot de Zuidelijke landen, waar deze door ii 6

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1947 | | pagina 128