eigenlijke centrum (d.i.d. de city, welke ongeveer
samenvalt met den omvang van de stad in de 17e
eeuw) de sectoren Amsterdam- Noord, Oost, Zuid
en West tot min of meer afzonderlijke stadsdeelen
ontwikkelen. Ook in Rotterdam voltrekt zich dit
splitsingsproces, en het behoort dan ook tot de
es^entieele taak van den modernen stedebouwer deze
natuurlijke ontwikkeling in goede banen te leiden
en stedebouwkundig tot uitdrukking te brengen.
Deze geleding van het stadslichaam vindt haar ver
dere voortzetting in een logische wijkindeeling.
Deze wijken dienen te worden gezien als de ele
menten, als de cellen waaruit het stadslichaam is
opgebouwd. Als criterium voor de grootte van de
wijk kan worden aangeknoopt aan de schoolvoor-
ziening, welke met het oog op de loopafstand en de
verkeersveiligheid voor de kinderen binnen de
maaswijdte van het verkeerswegennet dient te blij
ven. Ook de voorziening van winkels voor de
dagelijksche levensbehoeften behoort zooveel moge
lijk binnen de wijk te kunnen geschieden, terwijl
voor de dagelijksche recreatiebehoefte over een wijk-
parkje dient te kunnen worden beschikt.
Deze geleding van de optimale stad in eenige wijken
en van de groote stad in verschillende stadsdeelen
welke op haar beurt wederom in wijken zijn onder
verdeeld, dient in de structuur van den plattegrond
duidelijk tot uitdrukking te worden gebracht. Als
scheidende elementen komen hiervoor het meest in
aanmerking het hoofdverkeerswegennet en het'groen-
systeem. Vooral dit laatste komt hiervoor, mede
uit ideeële, recreatieve overwegingen in aanmerking.
Een tot in de wijken doordringend, fijnvertakt en
samenhangend groensysteem, dat zijn apotheose
vindt in den groenen gordel welke de stad aan alle
zijden omgeeft, maakt in den modernen stedebouw
dan ook het primaire vormgevende element uit.
Doch niet alleen uit zuiver stedebouwkundige over-
112