dus de sleutel tot het algemeene vestigingsplan, ter wijl de belangen van den landbouw in den meest uitgebreiden zin des woords dienen te worden vastgelegd in een algemeen agrarisch plan. Hiernaast vormt de, in verband met de toenemende bevolkingsdichtheid, steeds sporadischer wordende natuurruimte ten behoeve van de recreatie van ons volk een steeds nijpender wordend probleem, dat alleen door de tijdige vaststelling van een nationaal recreatieplan tot bevredigende oplossing kan worden gebracht. De belangen van de recreatie dienen hierbij met zorg te worden afgewogen tegenover de agra rische en industrieële belangen. Een eerste bouwsteen tot dit recreatieplan is reeds geleverd door de bescherming van een aantal natuur gebieden, welke om hunne natuurwetenschappelijke en/of recreatieve waarde van nationale beteekenis worden geacht. In ruimtelijk opzicht verreweg het belangrijkste onderdeel van het nationale recreatie plan wordt evenwel gevormd door de z.g.n. vacan- tie-recreatiegebieden, waartoe zich in het bijzonder leenen onze duinen en stranden, het Hollandsch- Utrechtsche en Friesche merengebied, met het oog op de watersport, de uitgestrekte bosch- en heide gebieden in het midden, Oosten en Zuiden des lands, maar ook enkele door hun afwisseling bijzonder aantrekkelijke cultuurlandschappen, zooals bijv. Twenthe, de Geldersche Achterhoek en Zuid- Limburg. Tenslotte dienen de nationale verkeersbelangen in onderling verband te worden gecoördineerd in een alomvattend nationaal verkeerswegenplan, als on derdeden waarvan een nationaal waterwegenplan, een nationaal spoorwegenplan en een nationaal land wegenplan moeten worden aangemerkt. Voor de op stelling van dit laatste plan kan worden uitgegaan van het Rijkswegenplan 1938, dat evenwel een ty pisch vakplan is en hierom niet zonder meer kan 109

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1947 | | pagina 121